Alle vermelde prijzen zijn exclusief BTW.
IRC is een bepaalde techniek bij halogeenlampen, waarbij infraroodstraling wordt teruggekaatst op het filament. Daardoor genereren IRC lampen meer licht met, tegelijkertijd, minder stroom. De volgende tabel biedt een ruwe vergelijking:
Conventioneel Halogeenlamp | ICR Halogeenlamp | |
30W | Helderheid als | 20W |
50W | 35W |
Lumen (schaal eenheid: lm) betreft de lichtstroom, dit is de volledige waarde van het zichtbare licht die de lichtbron verlaat in elke richting. Deze waarde is geschikt om non-directionele lampen te vergelijken.
Candela (cd) is de lichtsterkte en de waarde van de lichtstroom in een specifieke richting. Deze waarde is geschikt om gebundelde lichtbronnen te vergelijken.
Lux (lx) geeft de verlichtingssterkte weer. De verlichtingssterkte geeft de lichtstroom vanuit de lichtbron naar een bepaalde oppervlakte aan. Aan de hand van de verlichtingssterkte kunt u beoordelen of een oppervlakte voldoende is verlicht volgens de vastgestelde normen. Onderstaand vindt u een indicatief overzicht van Luxwaarde per omgevingstype.
Kelvin (K) geeft de kleurtemperatuur weer. De kleurtemperatuur vertelt meer over de kleurkarakteristieken van een bepaalde lichtbron. Hoe lager de waarde des te ‘warmer’ de kleurtemperatuur is. De standaard Kelvin waarden beginnen bij 2700K (warm wit) tot 6300K (koud wit).
Als gevolg van het productieproces kunnen lichte kleurverschillen bij zowel witte en warm-witte LEDs optreden. Om een constante kwaliteit te garanderen, worden deze LED-producten gegroepeerd in zogenaamde "Bin Grades". Deze worden door bepaalde letters (F, G, P, Q) aangewezen. Elke letter definieert een bepaald kleurtemperatuurbereik. Om een homogene verlichting te maken dienen uitsluitend LEDs met een identieke Bin Grade te worden toegepast.
De kleurweergave-index (CRI / Ra) geeft informatie over de eigenschappen van de kleurweergave. Een hoge waarde (b.v. 90) betekent dat het licht van de lichtbron de kleuren van het belichte object natuurgetrouwer weergeeft dan wanneer een lichtbron met een lagere waarde (b.v. 70) wordt toegepast.
De ingebouwde geleidende koperbanen op LED strips kunnen maar een bepaalde capaciteit (over een maximale lengte) doorgeven. Hierdoor moet na het bereiken van deze maximale capaciteit of lengte opnieuw voeding worden aangebracht. Op deze wijze wordt schade aan de geleiders zelf voorkomen.
LED producten die constante stroom (gelijkspanning) nodig hebben worden met een LED driver gevoed. Een LED driver levert altijd constante stroom, de meest voorkomende zijn 350mA, 700mA en 1200mA. Met name LED producten uitgevoerd met Power LED worden met een LED driver gevoed. Mocht u meerdere LED’s willen aansluiten om één LED driver dan dient u deze in serie te schakelen. Let op: sluit de LED’s nooit onder spanning aan. Nadat alles op de juiste wijze is aangesloten mag de spanning aan de primaire kant worden aangesloten. Bij het gebruik van drivers (constante stroom) wordt geadviseerd om de secondaire aansluiting kort te sluiten om restspanning te verwijderen. Dit is voornamelijk van toepassing indien de driver al een keer eerder in gebruik is geweest.
De afkorting IP staat voor ‘Ingress Protection’ en geeft naast de eigenschappen van een armatuur in verschillende omgevingseisen ook de bescherming bij installatie en gebruikt weer.
De IP-waarde wordt aangeduid met twee cijfers. Het eerste cijfer geeft de bescherming tegen het binnendringen van (scherpe) voorwerpen en stof weer. Het tweede cijfer geeft de bescherming tegen het binnendringen van water weer. Onderstaand vindt u een overzicht van de verschillende IP-waardes.
IP beschermingsgraad
|
|||
belang voor de bescherming van de handeling
|
belang voor de bescherming van de persoonlijke | ||
IP |
tegen het binnendringen van vaste vreemde voorwerpen
|
(geen?) toegang te geven tot gevaar | |
eerste kapitaalratio | 0 | geen bescherming | geen bescherming |
1 |
> = 50 mm in diameter
|
rug van de hand | |
2 |
> = 12,5 mm in diameter
|
vinger | |
3 |
> = 2,5 mm in diameter
|
gereedschap | |
4 |
> = 1,0 mm in diameter
|
draad | |
5 |
stofdicht
|
draad | |
6 |
stofdicht
|
draad | |
tegen het binnendringen van water met schadelijke gevolgen
|
|||
tweede kapitaalratio | 0 | geen bescherming | - |
1 | hoogteverschil | ||
2 | druppels (15 ° helling) | ||
3 | spuitwaterdichte | ||
4 | spuitwaterdichte | ||
5 | waterstraal | ||
6 | sterke waterstraal | ||
7 | tijdelijke duik (tot 30 min) | ||
8 | onderdompelen |
Het installeren van armaturen in badkamers vereist bepaalde eisen, zoals vastgelegd in DIN VDE 0100, deel 701 - Eisen voor bijzondere installaties of locaties - gebieden met een bad of een douche. Deze standaard onderscheidt vier verschillende kamerzones en drie veiligheidszones. Aangezien elk land verschillende interpretaties met betrekking tot deze richtlijnen hanteert, vragen wij u vriendelijk de lokaal geldende normen voor installatie-lokaties in uw land te raadplegen.
gebied | glans |
0 | waterdicht IP X7, max 12V |
1 |
spatwaterdicht IPX4 voor directe waterstraal IPX5, max 50V
|
2 | spatwaterdicht beschermingsklasse IP X4, max 50V |
3 | kleine beperking |
In principe is edelstaal bestand tegen corrosie. De buiten laag (passieve laag) beschermt het edelmetaal en het vernieuwt zichzelf. Echter kan deze beschermende laag beschadigd raken door bijvoorbeeld gereedschap.
Vandaar dat edelstaal onderhoud nodig heeft om de beschermlaag, zodoende het uiterlijk, zo lang mogelijk te beschermen.
RVS 304 - goede corrosiebestendigheid, behoudens hoge concentraties van chloor en/of zout. Niet geschikt voor operationele gebieden met een zoute atmosfeer. Niet zout water bestendig.
Edelstaal 316: Goede bescherming tegen corrosie in een omgeving met een matige chloor of zoutconcentratie. Niet bestand tegen zeewater.
Volgens de wet is het verplicht om op producten informatie te verstrekken over het product (b.v. een etiket met informatie over voeding, verlichting, etc.). De positie van de te verstrekken informatie is afhankelijk van wettelijke gestelde eisen. Informatie en opschriften zoals die van een sticker dienen permanent te zijn en mogen niet eenvoudig verwijderd kunnen worden. Indien de wettelijke opschriften en/of stickers zijn verwijderd is het volgens de wet niet meer toegestaan om het product nog verder te gebruiken, aangezien het product niet meer compleet en zodoende volgens de regelgeving niet meer als veilig wordt geacht.
De levensduur vermeld in onze catalogi en op onze websites moeten worden beschouwd als gemiddelden. De werkelijke levensduur wordt beïnvloed door uitwendige invloeden. Zoals bijvoorbeeld omgevingstemperaturen, fluctuaties in het stroomnet, in/uitschakelen en vele anderen. Een afname van de levensduur kan ook optreden door foutieve of incorrecte installatie. Zo kan bijvoorbeeld het aansluiten van een spaarlamp op een bewegingsmelder de levensduur van de lichtbron beduidend verminderen.
De beschermingklassen delen elektrische hulpmiddelen of apparatuur (bv. armaturen) in met betrekking tot de bescherming tegen elektrische schokken.
I (een) |
stralen met deze veiligheidsklasse, zijn uitgerust met een beschermende aardverbinding. de aardleiding moet worden aangesloten op deze aansluiting. de beschermende aardverbinding wordt gelabeld met het bovenstaande symbool.
|
|
II (twee) |
stralen met deze veiligheidsklasse zijn volledig geïsoleerd en hebben geen aardaansluiting. de bescherming klasse 2 wordt gelabeld met het bovenstaande symbool. | |
III (drie) |
licht van de beschermingsklasse 3 uitsluitend werken met beschermende laagspanning (max. 50 V). hiervoor is in de regel een transformator of andere bijlagen nodig. de bescherming van klasse 3 wordt gelabeld met het bovenstaande symbool. |
Bij het installeren van armaturen met beschermingsklasse I (een) dient de aardleiding altijd te worden aangesloten om een veilige werking te garanderen. Bij armaturen met beschermingsklasse II (twee) hoeft beschermende aarde niet te worden aangesloten.
Indien u een installatie verricht in een situatie waarin geen randaarde beschikbaar is, mogen uitsluitend armaturen met beschermingsklasse II worden geïnstalleerd en aangesloten. Als er wel randaarde beschikbaar is, dan is er geen verdere beperking in het gebruik van armaturen met beschermingsklasse I of beschermingsklasse II.
Roestvrij edelstaal is intensief corrosiebestendig. De buitenste laag (passieve laag) beschermt de hoogwaardig staal en herstelt zichzelf wanneer het oppervlak wordt beschadigd. Om een duurzame en aantrekkelijke behuizing te behouden, dienen bepaalde reinigende maatregelen te worden genomen. Verschillende soorten hoogwaardig staal hebben verschillende eigenschappen.
Voordat een edelstaal product wordt overhandigd aan de klant dient het product schoongemaakt te worden.
Om te voorkomen dat edelstaaloppervlakten vervuild raken is het van belang dat deze goed worden afgedekt tijdens de bouwwerkzaamheden. Op deze manier wordt de beschermlaag intact gehouden. Kalk- en cementspetters kunnen worden verwijderd met verdund fosforzuur. De oppervlakte dient vervolgens met veel schoon water worden afgespoeld. Gedemineraliseerd water voorkomt verkalkingsvlekken op de oppervlakte. IJzerdeeltjes dienen direct te worden verwijderd doormiddel van een spons. IJzerdeeltjes die gaan roesten kunnen ervoor zorgen dat de beschermlaag plaatselijk wordt aangetast en dit resulteert in corrosie.
De regen heeft voor buiten toepassingen al een reinigende werking en over het algemeen zou dit al voldoende kunnen zijn. In de kustgebieden of industriële omgevingen met een concentratie van chloor of zwaveldioxide is het verwijderen van vuil zeer belangrijk. Bij binnen toepassingen worden de meeste vervelende vlekken veroorzaakt door vingerafdrukken.
Meestal is het behandelen van een vervuilde edelstaaloppervlakte met een vochtige doek voldoende. Zelfs een mild poetsmiddel of glasreiniger is geschikt. Gebruik hierbij een doek of een zeem. Hardnekkige vlekken kunnen worden verwijderd met behulp van niet-schurende reinigingsmiddelen in combinatie met een huishoudspons zonder schurende laag. Let op: gebruik nooit schuurmiddelen of schuursponsjes! Olie- en vetvlekken kunnen doormiddel van reinigingsmiddelen op basis van alcohol worden verwijderd. Geschikt zijn onder andere alcohol (met of zonder isopropyl) en aceton. Het reinigen dient u zo vaak te herhalen totdat het vuil is losgelaten. U kunt een spons of een nylonborstel gebruiken, echter gebruik geen metaalborstels!
In gebieden met een hoge corrosieve omgeving, zoals de kustgebieden, industriële omgevingen, hoge luchtvervuiling, veel uitlaatgassen, zou 3 tot 4 maal per jaar voldoende moeten zijn. In gebieden waarbij de belasting van de eerder genoemde factoren minder is zou 1 tot 2 maal per jaar onderhoud voldoende zijn. Het reinigen dient met regelmaat te gebeuren en met name voordat het vuil zich kan ophopen.
Bij het monteren van buitenverlichting adviseren we alle schroeven en pakkingen in te vetten met (de eventueel meegeleverde) zuurvrije vaseline. Dan kunt u het armatuur makkelijker openmaken indien u de lichtbron moet verwisselen. Ook dient u hierbij nauwlettend in de gaten te houden dat schroeven of het armatuur niet beschadigd worden omdat dan de beschermende laag op het armatuur beschadigd en het armatuur aangetast kan worden en oxideert na verloop van tijd.
Maak een gat in de grond dat 20cm dieper is dan de vereiste inbouwdiepte van de grondspot en plaats hierin eerst de 20cm grind met daarboven op de meegeleverde kunststof inbouwpot. Aan de grondspot wordt een rubber kabel gemonteerd zodat de wartel goed afsluit (bij een stugge kabel sluit de wartel minder goed af) en wordt in de kunststof inbouwpot doorverbonden middels een IP68 verbindingsbox met de YMVKAS grondkabel die vanuit de grond komt. In de grond kan gewerkt worden met een gietmofpakket.
Buitenverlichtingarmaturen dienen niet uit- of inwendig beschadigd te worden door bijvoorbeeld tuingereedschap of anderszins omdat dit de beschermende laag op het armatuur kan beschadigen en er dan oxidatie op kan treden. Ook kunnen tuinbestrijdingsmiddelen de armaturen aantasten. Wij adviseren om de armaturen goed te onderhouden en de armaturen af te nemen met een vochtige doek nadat er bestrijdingsmiddelen in de tuin gebruikt zijn om aantasting van het armatuur te voorkomen.
Wij adviseren om buitenverlichtingarmaturen 1 á 2 maal per jaar te onderhouden en af te nemen met een vochtige (zachte en niet schurende) doek zodat eventuele negatieve invloeden van buiten af niet kunnen intreden in het oppervlak van het armatuur. Dit geld voor armaturen van Aluminium maar ook van edelstaal die in zowel droge als natte buitenomgevingen gemonteerd zijn. Immers zoute lucht, uitlaatgassen of andere zuren in de lucht en/of meststoffen kunnen deze armaturen ook aantasten.
Ook kan er gebruik gemaakt worden van reinigingsmiddelen maar volg hierbij wel de instructies van de fabrikant op. Gebruik in ieder geval nooit chloor/bleekmiddel of schurende reinigingsmiddelen omdat dan het oppervlak van het armatuur aangetast wordt.
In gebieden nabij de kust met een matige zoutlucht omgeving adviseren we producten van edelstaal 316 en niet van edelstaal 304 of aluminium. Edelstaal 316 is beter bestand tegen matige zoute lucht maar mag niet in contact komen met zeewater. Tevens adviseren we het onderhoudt aan deze armaturen 3 á 4 keer per jaar te doen om aantasting van zoute lucht aan het armatuur te voorkomen. In principe beschermd de passieve buitenlaag van een edelstaal (304 +316) armatuur het armatuur maar als deze laag beschadigd wordt kan het armatuur toch aangetast worden en oxideren.
Bij gebruik van LED lichtbronnen in buitenarmaturen met eventueel zelf aangeleverde bewegingscensor of licht donker schakelaar dient men rekening te houden dat het armatuur relais geschakeld is en niet elektronisch omdat elektronisch schakelen de levensduur van de LED lichtbron aanzienlijk negatief beïnvloed.
In de gebruiksaanwijzing van het verlichtingsarmatuur staat het maximale vermogen van de lichtbron die in dit armatuur gebruikt mag worden. Houdt u aan dit advies.
Staande buiten armaturen zoals bijvoorbeeld de Adegan serie zijn armaturen die mobiel gebruikt worden en dienen veilig te worden opgeborgen bij harde wind of storm. Ook als men gebruik maakt van de zgn. aardpin om het armatuur bijvoorbeeld in het gras te zetten. Deze armaturen worden geleverd inclusief vaste kabel en stekker. Deze stekker mag niet afgeknipt worden om het armatuur vast te monteren en de kabel dient bovengronds te liggen. De kabel is namelijk niet geschikt om in de grond te verwerken.
XMvK-kabel (buitenkabel)
De elektrakabel XMvK-kabel, wordt gebruikt om een buitenlamp op te hangen. De XMvK kabel heeft al een mantel, waardoor het in vochtige ruimtes of buiten gebruikt kan worden. Wilt u een elektrakabel in de grond leggen, dan moet u XMvK-kabel niet gebruiken.
YMvK-as kabel is een elektrakabel die wordt gebruikt om in de grond te leggen op een minimale diepte van 50cm. De YMvK-as kabel heeft een stalen mantel, hier direct onder zit een gevlochten aardscherm welke als aarde is te gebruiken. De stalen mantel wordt ook wel eens gebruikt als aarde, maar dat is niet de bedoeling. Voor tuinverlichting wordt deze elektrakabel toegepast. Het is wel aan te raden om de YMvK-as kabel in een pvc-buis met een diameter 32 of 40mm te leggen. Mocht u tijdens het graven in de tuin op de YMvK-as kabel komen, dan geeft de pvc-buis u en de elektrakabel bescherming.